Benutting van het spoor
Sinds 2002 waarderen de klanten de dienstverlening weer meer. Er is 2 miljard geïnvesteerd in nieuw materieel en geleidelijk aan stromen nieuwe treinstellen binnen. Er wordt door NS, ProRail en het ministerie hard gewerkt aan het toekomstplan ‘Benutten en Bouwen’.
Periode van 2002 tot 2009
Het toekomstplan ‘Benutten en Bouwen' geeft prioriteit aan onderhoud en hogere benutting van het bestaande spoor, boven grote nieuwbouwprojecten. In 2003 wordt bovendien de eerste buitenlandse concessie in de wacht gesleept. Samen met partner Serco verzorgt NS het treinverkeer rond Liverpool in Engeland.
Groeistrategie
Vanaf 2004 is er een nieuw wettelijk kader voor vervoersconcessies en de te leveren prestaties. NS mag voor het hoofdrailnet rekenen op een concessie tot 2015. In het verlengde daarvan worden er heldere afspraken gemaakt met ProRail, de andere partners in de spoorbranche en de consumentenorganisaties. De overheid trekt meer geld uit voor verbetering van de kwaliteit van de sporen, maar legt - via extra verhogingen van de infraheffing - een deel van de rekening bij de vervoerders en daarmee bij klanten. NS moet kiezen voor een selectieve groeistrategie: daar investeren waar de meeste reizigers profiteren.
Benutten en bouwen
De klant krijgt meer trein voor zijn geld. Met de ingebruikname van de HSL-Zuid, en de Betuweroute en als gevolg van ‘Benutten en Bouwen’ gaat vanaf 2007 de dienstregeling ingrijpend veranderen. Treinen gaan dichter op elkaar rijden, waardoor de wachttijden steeds korter worden. De dienstregeling wordt eenvoudiger en zoveel mogelijk opgedeeld in corridors. Een vertraging op de ene lijn heeft dan geen invloed meer op de andere. NS presenteert twee soorten treinen: de Sprinter en de Intercity.
Aanbestedingen
In 2007 is ook de Betuweroute klaar. Lange en minder snelle goederentreinen veroorzaken dan minder capaciteitsknelpunten voor de reizigerstreinen op het hoofdrailnet. Verschillende regionale en stadsgewestelijke netwerken worden intussen openbaar aanbesteed; hoe het treinvervoer op die netten eruit komt te zien, bepalen de aanbestedende regionale overheden zelf. NS zal van geval tot geval beoordelen of en in welke vorm het bedrijf zal meedingen.