Leve de Koning!
Als buurlanden Duitsland en België net als Engeland wel spoorlijnen aanleggen, wil Nederland niet achterblijven. Koning Willem I besluit een spoorwegnetwerk in Nederland te financieren.
Periode van 1831 tot 1917
Buurlanden Duitsland en België leggen net als Engeland wel spoorlijnen aan, dus kan en wil Nederland niet achterblijven. Koning Willem I (koning van 1815 tot 1840) laat onderzoeken of een spoorwegnetwerk ook in Nederland nodig is. Dat is het geval. Maar het blijkt moeilijk om de aanleg van de spoorlijnen te financieren. Dan neemt de koning een belangrijk besluit. Hij heeft vertrouwen in de nieuwe vorm van transport en geeft groen licht: de Nederlandse overheid gaat geld bijdragen. Hiermee haalt hij de eerst nog twijfelende zakenlieden ook over.
In 1835 kent de overheid een aantal vergunningen toe aan particulieren voor de aanleg van een spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem. Beide steden zijn op dat moment namelijk heel belangrijk voor de handel.
De Arend en de Snelheid
Op 8 augustus 1837, 2 jaar na het besluit van de koning, wordt het eerste spoorwegbedrijf opgericht, de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM). De HIJSM kunnen we beschouwen als de voorloper van NS. Zij beginnen met de aanleg van de spoorlijn Amsterdam-Haarlem. Weer twee jaar later - in 1839 - wordt deze lijn geopend. De twee locomotieven die de eerste trein trokken heetten de ‘Arend’ en de ‘Snelheid’. Deze locomotieven kwamen uit Engeland, net als de machinisten: John Middlemiss en Thomas Mann. Van de ‘Arend‘ staat een replica in het Spoorwegmuseum in Utrecht.
Staatsspoorwegnet
Met de aanleg van nieuwe spoorlijnen wil het nog niet zo vlotten. In 1860 ligt er pas 325 kilometer spoor. De regering wil verder opstoten in de vaart der volkeren. Zij besluit een staatsspoorwegnet aan te leggen. De Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS) wordt opgericht, een particulier bedrijf dat de meeste lijnen van de staat mag gaan exploiteren. En dan gaat het wel snel. In 1885 ligt er al 2.610 kilometer spoor, rond 1900 is het spoorwegnet zoals we dat nu kennen, vrijwel voltooid. Vele spoor- en tramwegbedrijven zijn er inmiddels bijgekomen. En overal zijn stations gebouwd. Voor het eerst kunnen grote groepen mensen op pad. Nederland ontdekken wordt bereikbaar voor iedereen.